Achtergronden van de visie

Het is een toekomstvisie op hoofdlijnen die de hele samenleving van een gemeente aangaat. De visie gaat over onze omgeving en de mensen die daarin samenleven, ondernemen en verblijven. De omgeving is een breed begrip. Het gaat over bouwwerken, wegen, water, bodem en lucht. Maar ook cultureel erfgoed, landschappen en natuur vallen hieronder. Al deze onderwerpen worden in samenhang bekeken.

Een omgevingsvisie gaat over onze toekomst:

  • De vragen die vanwege ontwikkelingen op ons afkomen.
  • Hoe we daar samen op kunnen in spelen (acties van de gemeenten en/of bedrijven en inwoners).
  • Mogelijkheden voor u om bij te dragen.
  • Hoe we plannen, samen met de initiatiefnemers, kunnen afwegen.

De omgevingsvisie is nieuw. Het is één van de instrumenten uit de omgevingswet. We verwachten dat deze nieuwe wet per 1 juli 2024 in werking treedt. Alle gemeenten in Nederland moeten dan binnen 3 jaar een omgevingsvisie hebben. Eerder mag natuurlijk ook.

De omgevingswet vraagt om een andere houding en manier van werken. Dit geldt zowel voor de gemeente als voor u. Die nieuwe werkwijze gaat uit van vertrouwen. De verantwoordelijkheid voor ontwikkelingen komt meer bij de bewoners en ondernemers met een plan te liggen. Deze moeten al bij de start van hun ideeën met omwonenden in gesprek. De gemeente zorgt dat aan de belangrijkste punten aandacht wordt besteed. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gezondheid en veiligheid.

De omgevingsvisie brengt u op ideeën en nodigt u uit. Hebt u als bewoner of ondernemer een idee, dan is de omgevingsvisie in het bijzonder van belang. Plannen die niet passen in het bestemmingsplan of het omgevingsplan beoordelen we aan de hand van de omgevingsvisie. Een bestemmingsplan is een plan waarin regels zijn opgenomen over de functies waarvoor je een gebied mag gebruiken. Ook geeft het bestemmingsplan regels over de mogelijkheden om te bouwen. Vanaf 1 januari 2024 spreken we niet meer van een bestemmingsplan maar een omgevingsplan. Dit plan bevat vergelijkbare regels. Maar er worden ook regels toegevoegd. Dit zijn bijvoorbeeld regels die voor 1 januari 2024 in een verordening waren opgenomen.

De omgevingsvisie is tot stand gekomen in een serie van bijeenkomsten. Hierin gaven inwoners, ondernemers en andere belangstellenden hun ideeën mee:

  • najaar 2017, bijeenkomst voor inwoners en belangstellenden in de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk;
  • najaar 2017 en najaar 2018, bijeenkomst voor experts en vertegenwoordigers van ondernemingen, instellingen en inwonersgroepen uit de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk.

De inbreng vanuit de samenleving is belangrijk geweest om:

  • de vragen die vanwege ontwikkelingen op ons afkomen scherp te krijgen;
  • speerpunten en acties te benoemen voor de gemeenten en de samenleving om op ontwikkelingen in te spelen;
  • waarden te benoemen die belangrijk zijn bij de afweging van plannen.

Een omgevingsvisie wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Voor deze omgevingsvisie zijn dit de gemeenteraden van Heerhugowaard en Langedijk geweest:

  • De gemeenteraad van de voormalige gemeente Heerhugowaard heeft de omgevingsvisie vastgesteld op 26 oktober 2021. 
  • De gemeenteraad van de voormalige gemeente Langedijk heeft de omgevingsvisie nog niet vastgesteld.

Omdat de gemeenten sinds 1 januari 2022 zijn gefuseerd tot gemeente Dijk en Waard, wordt de omgevingsvisie vastgesteld door de gemeenteraad van Dijk en Waard. Totdat de gemeenteraad van Dijk en Waard de omgevingsvisie heeft vastgesteld, heeft bekrachtigd voor het gehele grondgebied of in aangepaste vorm heeft vastgesteld, geldt de omgevingsvisie alleen voor het grondgebied van Heerhugowaard. In de omgevingsvisie genoemde zaken die betrekking hebben op ontwikkelingen en situaties in de voormalige gemeente Langedijk, zijn op dit moment niet zonder meer bestuurlijk goedgekeurd.

Wat in de omgevingsvisie staat is bindend voor de gemeenten zelf. Nieuwe plannen moeten voldoen aan de omgevingsvisie. 

Wij houden de omgevingsvisie actueel en compleet. We gaan uit van een vierjaarlijks ritme om de omgevingsvisie aan te passen. Een goed moment van aanpassing is het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen. Als de omgevingsvisie wordt aangepast, maken we dat vooraf bekend. Dan kunt u ook een reactie geven op wat we willen veranderen. Er kan een belangrijke reden zijn om de omgevingsvisie aan te passen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verwerken van een nieuwe wet of een belangrijke nieuwe ontwikkeling.

Als het om milieu gaat heeft Nederland in de Europese Unie afspraken gemaakt die altijd en voor alle gemeenten gelden. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu. Er zijn 4 regels. Deze regels worden de 4 milieubeginselen genoemd. De omgevingsvisie gaat uit van de 4 beginselen:

  1. het voorzorgsbeginsel, dit betekent dat we activiteiten voorkomen waarvan we verwachten dat ze slecht zijn voor het milieu
  2. het beginsel van preventief handelen, dit betekent dat we vooraf maatregelen nemen om gevolgen van een activiteit die slecht zijn voor het milieu te voorkomen
  3. het beginsel van bestrijding aan de bron, dit betekent dat we bij een activiteit die negatief is voor het milieu, eerst kijken of er iets bij of in de directe omgeving van die activiteit zelf kan worden veranderd zodat het negatieve effect kan worden voorkomen
  4. het beginsel de vervuiler betaalt, dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen van negatieve gevolgen.

Deze omgevingsvisie stelt doelen. Deze noemen we ook wel speerpunten. Bij elk doel hebben we opgeschreven wat we willen doen om dat doel te bereiken. In sommige gevallen werken we de weg naar het doel uit in een programma onder de Omgevingswet.

In een programma schrijf je op hoe en wanneer je het doel wilt bereiken. Je moet ook regelmatig bijhouden of je het doel al bereikt hebt.

In deze omgevingsvisie worden 2 gemeentelijke programma’s genoemd, die bij het schrijven van deze visie in ontwikkeling of in uitvoering zijn:  

Daarnaast is het opstellen van het programma identiteit, vanuit het bijbehorende speerpunt 5, gewenst. 
Het opstellen van een programma voor klimaat en energie wordt overwogen.

Programma’s worden door het College van Burgemeester en Wethouders opgesteld. Het zijn uitwerkingen van de doelen die in de omgevingsvisie worden gesteld.

De ambities in deze omgevingsvisie brengen investeringen met zich mee. Deze investeringen en de hoogte daarvan zijn op dit moment nog niet voor alle onderdelen in beeld. Dit wordt verder uitgewerkt in programma’s. Een aantal van deze programma’s is in deze visie al benoemd, zoals de programma’s mobiliteit, programma stedelijk knooppunt en programma identiteit.

Uitvoeren van speerpunten kost geld

Het uitvoeren van de acties bij speerpunten in deze visie, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw, betekent dat er door de gemeente geïnvesteerd moet worden. Dit gaat bijvoorbeeld om investeringen voor wegen en straten, groen en water, speelvoorzieningen, klimaatmaatregelen of betaalbare woningen.

Financiële bijdragen van initiatiefnemers

Partijen die in de gemeente bouwen en daarmee geld verdienen, moeten meebetalen aan de uitvoering van de speerpunten. Initiatiefnemers profiteren immers van de investeringen die de gemeente doet om de ambities te behalen.

De gemeente is zelfs verplicht om kosten die samenhangen met de ruimtelijke ontwikkelingen (bouwprojecten) te verhalen. Dat betekent dat gemeente een financiële bijdrage vraagt aan de initiatiefnemer van een  bouwproject.

In de omgevingswet zijn 2 manieren om de financiële bijdrage te vragen aan een initiatiefnemer.

  1. Kostenverhaal
    Bij kostenverhaal gaat het om bijvoorbeeld de specifieke kosten die worden gemaakt voor een bouwproject op één locatie. Kosten die de gemeente maakt voor dit project kunnen worden verhaald. Dit kan bijvoorbeeld de aanleg van een toegangsweg naar de locatie, of de aanleg van een speeltuintje zijn. Dit lijkt op de manier hoe het nu geregeld is in de Wet op de ruimtelijke ordening.
    De afspraken over de bijdrage worden vastgelegd in een contract of worden via het omgevingsplan geregeld. De omgevingsvisie speelt daarbij geen rol.
  2. Bijdrage ruimtelijke ontwikkeling
    Voor sommige investeringen kan de gemeente de kosten verhalen via een bijdrage ruimtelijke ontwikkeling, Het gaat dan vaak over investeringen in ontwikkelingen waar de hele gemeente of een groot deel van de gemeente wat aan heeft. We noemen dat gebiedsoverstijgende ontwikkelingen of investeringen. Bijvoorbeeld verbetering van de bereikbaarheid, aanleg van groen en speelvoorzieningen of ontwikkelen van betaalbare woningen. Nieuwe bouwprojecten profiteren van deze verbeteringen en investeringen door de gemeente. Ook voor de bijdrage ruimtelijke ontwikkeling geldt dat deze in een contract of via het omgevingsplan kan worden vastgelegd.

    Als de gemeente de kosten voor gebiedsoverstijgende ontwikkelingen wil verhalen, moet de gemeente duidelijk maken wat de samenhang is tussen de investeringen van de gemeente en de gebiedsontwikkelingen. Dit soort grote investeringen worden bij de speerpunten op hoofdlijnen aangegeven in de visie en uitgewerkt in programma’s. Daarin wordt ook de samenhang verder uitgewerkt. In deze visie staan de programma’s mobiliteit en stedelijk knooppunt opgenomen. Een programma identiteit is in ontwikkeling en er wordt gedacht aan het opstellen van een programma klimaat en energie.

Voor de exacte toerekening van deze kosten aan de verschillende gebiedsontwikkelingen wordt een Nota Kostenverhaal opgesteld. Daarin worden ook de andere spelregels rondom gemeentelijk kostenverhaal bij bouwprojecten vastgelegd.

De gemeente Dijk en Waard werkt aan het opstellen van een ontwerp strategische omgevingsvisie. In deze strategische omgevingsvisie geeft de gemeente aan hoe zij aankijkt tegen toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op de langere termijn. Lees meer informatie in het omgevingsrapport: Notitie Reikwijdte en Detailniveau (pdf, 554 KB)

Terug naar de visie